Aan een vennootschap onder firma (vof), die niet meer bestaat, kan een belastingaanslag worden opgelegd, maar bekendmaking van die aanslag was onder het tot 1 januari 2019 geldende recht niet mogelijk. Een vof blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit nodig is voor de vereffening van het vennootschappelijke vermogen en de verdeling van de vennootschappelijke goederengemeenschap. Pas als de vereffening en de verdeling zijn voltooid, houdt de vof op te bestaan. Gedurende de periode dat de vof is ontbonden, maar nog niet is opgehouden te bestaan, kan een aan de vof opgelegde aanslag worden bekendgemaakt door toezending aan (één van) de vereffenaar(s).
Hof Amsterdam heeft in een procedure geoordeeld dat bekendmaking van naheffingsaanslagen aan een ontbonden vof mogelijk was door toezending van de aanslagbiljetten aan het woon- of postadres van één van de voormalige vennoten. Dat oordeel is volgens de Hoge Raad slechts juist als de vof op het moment van de toezending nog bestond. Het hof heeft niet vastgesteld of de vof is opgehouden te bestaan, en zo ja, wanneer dat het geval zou zijn geweest. Het oordeel van het hof berust ofwel op een onjuiste rechtsopvatting ofwel het is onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad heeft de uitspraak van Hof Amsterdam vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Den Haag.
Stel een vraag: