header

Fictief rendement onjuist berekend

26-08-2024
b5f2f606-d0c2-4aa0-b7e7-86569ad05edf

Fictief rendement onjuist berekend

Een ondernemer heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2018 per 1 januari 2018 een bedrag van € 626.797 aan liquide middelen tot zijn ondernemingsvermogen gerekend. De inspecteur is van de aangifte afgeweken, omdat een deel van de liquide middelen overtollig is en daarom tot de grondslag voor de heffing in box 3 moet worden gerekend. Volgens Hof Den Haag was per 1 januari 2018 een bedrag van € 441.796 overtollig. Het hof heeft de grondslag sparen en beleggen op 1 januari 2018 vastgesteld op € 428.407. Omdat het werkelijk behaalde rendement volgens het hof lager was dan het fictieve rendement volgens het geldende wettelijke stelsel en volgens de Wet rechtsherstel box 3, heeft het hof rechtsherstel geboden door het belastbare inkomen in box 3 te verminderen tot € 4.575. Het hof heeft de ondernemer een vergoeding voor het geleden rentenadeel geboden. Zowel de ondernemer als de staatssecretaris van Financiën heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van de ondernemer gegrond verklaard. Uitgaande van de door het hof vastgestelde grondslag sparen en beleggen op 1 januari 2018 van € 428.407 bedraagt het fictieve rendement op grond van de Wet rechtsherstel box 3 € 514. De Hoge Raad heeft de aanslag verlaagd, uitgaande van dit fictieve rendement. Aangezien dit minder is dan het werkelijke rendement, is voor verdergaand rechtsherstel geen plaats.

De Hoge Raad heeft ook het beroep in cassatie van de staatssecretaris gegrond verklaard. Onder verwijzing naar de arresten van 6 juni 2024 is er geen aanleiding voor de vergoeding van rente.

Stel een vraag: 

118/824
b5f2f606-d0c2-4aa0-b7e7-86569ad05edf

Fictief rendement onjuist berekend

Fictief rendement onjuist berekend
118/824