Een in het buitenland wonende pensioengerechtigde Nederlander meende dat niet de volledige door hem ontvangen pensioenuitkering bij hem in de belastingheffing moest worden betrokken. Een deel van het pensioen kwam toe aan zijn ex-echtgenote op basis van een civielrechtelijke verplichting.
Volgens de rechtbank Zeeland-West-Brabant leidt de civielrechtelijke verplichting tot pensioenverrekening er niet toe dat het aan de ex-echtgenote betaalde deel niet tot het belastbaar loon van de man behoorde. De ex-echtgenote had geen zelfstandig vermogensrecht jegens de pensioenuitvoerder verkregen ten koste van de door de man opgebouwde pensioenrechten. De inspecteur heeft terecht de volledige pensioenuitkering bij de man in de heffing betrokken.
De doorbetaalde bedragen aan pensioen konden niet als onderhoudsverplichtingen in aftrek worden gebracht omdat de man geen kwalificerende buitenlands belastingplichtige was.
De man bepleitte in de procedure dat het doorbetaalde gedeelte van het pensioen niet bij zijn ex-echtgenote in de heffing mocht worden betrokken. De rechtbank wees erop dat dit niet in deze procedure aan de orde kan komen, omdat het inkomen van de ex-echtgenote niet ter discussie staat in de procedure over het inkomen van de man.
Stel een vraag: