De wettelijke regels van de heffings- of belastingrente bieden geen basis om rente te vergoeden over rentenadeel als gevolg van (te) late verliesverrekening. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden staat dat in voorkomende gevallen niet in de weg aan vergoeding van rente op grond van de regeling van de Algemene wet bestuursrecht.
Het verlies van een bv over het boekjaar 2006/2007 is in 2010 vastgesteld op een bedrag van € 62.692. Na een procedure over deze beschikking is het verlies bij uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden in 2017 vastgesteld op € 1.581.368. Dit verlies is in 2017 gedeeltelijk verrekend met de winst van het boekjaar 2003/2004. Dat heeft geleid tot een teruggave van vennootschapsbelasting van € 536.569, waarover geen rente is vergoed.
De bv heeft in het bezwaar tegen de verliesverrekeningsbeschikking verzocht om een vergoeding van rente ter compensatie van het nadeel van late verliesverrekening. De inspecteur heeft het verzoek om vergoeding van rente afgewezen. De rechtbank heeft het door de bv daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft Hof Arnhem-Leeuwarden geoordeeld dat de bv recht heeft op vergoeding van geleden renteschade omdat de verliesvaststellingsbeschikking te laat is vastgesteld. Volgens het hof mocht de bv in de procedure over de verliesverrekeningsbeschikking vragen om vergoeding van de schade, die door de onrechtmatigheid van de verliesvaststellingsbeschikking is veroorzaakt. Het hof heeft het hoger beroep van de bv gegrond verklaard omdat de verliesverrekeningsbeschikking niet gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag voor het boekjaar 2006/2007 is gegeven.
Voor de toepassing van de schadevergoedingsregeling, zoals die destijds in de Algemene wet bestuursrecht was opgenomen, diende de bestuursrechter het beroep gegrond te verklaren en het bestreden besluit geheel of gedeeltelijk te vernietigen.
De Hoge Raad is van oordeel dat de omstandigheid, dat de verliesverrekeningsbeschikking niet gelijktijdig met de aanslag is gegeven, niet voldoende is om het beroep tegen de verliesverrekeningsbeschikking gegrond te verklaren. De schade die de bv heeft geleden is veroorzaakt door de verliesvaststellingsbeschikking en niet door de verliesverrekeningsbeschikking. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank ten onrechte vernietigd. Daaruit volgt dat het hof het verzoek van om schadevergoeding ten onrechte heeft toegewezen.
De Hoge Raad oordeelt verder dat de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen een uitputtende regeling bevat voor de vergoeding van rente. Die regeling komt erop neer dat bij achterwaartse verliesverrekening geen recht bestaat op vergoeding van rente, ook niet in de vorm van schadevergoeding op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
Stel een vraag: