De Hoge Raad oordeelt dat het ter beschikking stellen van artsen/werknemers niet onder het begrip gezondheidskundige verzorging valt. Het feit dat artsen ter beschikking worden gesteld, maakt niet dat de diensten van X bv als gezondheidskundige verzorging door beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep kwalificeren.
Belanghebbende, X bv, heeft (basis)artsen en medisch specialisten (hierna: artsen) in loondienst. Diverse ziekenhuizen nemen diensten van haar af. Op basis van 'overeenkomsten van dienstverlening' stelt X bv de artsen
aan deze ziekenhuizen ter beschikking. In geschil is of X bv zich terecht beroept op de btw-vrijstelling voor medische diensten. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv slechts personeel ter beschikking stelt. Aangezien de artsen als werknemers juridisch ondergeschikt zijn aan X bv, verrichten de artsen de werkzaamheden niet zelfstandig, maar door tussenkomst van X bv. De vrijstelling is daarom niet van toepassing (zie HvJ EU 12 maart 2015, nr. C-594/13, V-N 2015/17.11 en HR 13 juni 2014, nr. 12/02960, V-N 2014/30.13). De diensten van X bv concurreren met die van uitzendbureau's, die ook met btw belast zijn. X bv gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat het ter beschikking stellen van artsen/werknemers niet onder het begrip gezondheidskundige verzorging valt. Het feit dat artsen ter beschikking worden gesteld, maakt niet dat de diensten van X bv als gezondheidskundige verzorging door beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep in de zin van art. 11-1-g, onder 1° sub a Wet OB 1968 kwalificeren (vgl HvJ EU 12 maart 2015, nr. C-594/13, V-N 2015/17.11, punten 25 en 28).
Het EU-neutraliteitsbeginsel brengt ook niet mee dat de diensten van X bv (toch) vrijgesteld moeten worden. Het is namelijk niet voor redelijke twijfel vatbaar dat de wet noch de BTW-richtlijn 2006 voorzien in een vrijstelling voor het ter beschikking stellen van medisch personeel, ook niet als dat personeel in ziekenhuizen werkzaamheden op het gebied van de gezondheidszorg verricht. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond.
Bron: Taxlive, 14 augustus 2017
Stel een vraag: