Overschrijdt de Belastingdienst na een procedure vanwege het niet tijdig nemen van een beslissing opnieuw de beslistermijn? Dan kan de rechter de fiscus (opnieuw) een last onder dwangsom opleggen en zelfs verplichten om de wettelijke rente te vergoeden.
Rechtbank Noord-Holland moest uitspraak doen over het uitblijven van een uitspraak op een bezwaarschrift dat een vrouw op 3 mei 2016 had ingediend. Andere onderwerpen waren de ingebrekestelling en het niet-vaststellen van een dwangsom. De rechtbank had namelijk op 28 oktober 2019 de Belastingdienst de opdracht gegeven opnieuw op het bezwaar te beslissen. De fiscus had op 8 maart 2021 van de vrouw een bezwaarschrift ontvangen tegen het dwangsombesluit van 25 januari 2021. De inspecteur had met betrekking tot dit bezwaar evenmin een beslissing genomen. Op 9 november 2021 had de vrouw ook tegen het uitblijven van deze beslissing beroep ingesteld. De rechtbank verklaart dit tweede beroep van de vrouw niet-ontvankelijk, maar richt zich op het uitblijven van de beslissing op het bezwaar van 3 mei 2016.
De rechtbank geeft de Belastingdienst de opdracht om binnen twee weken na verzending van deze uitspraak alsnog een uitspraak op het bezwaar te nemen. Voor elke dag dat de inspecteur deze termijn overschrijdt, verbeurt hij een dwangsom van € 100 met een maximum van € 15.000. Voor het eerder niet nemen van een beslissing is hij al een dwangsom van € 1.442 verschuldigd. Bovendien moet de fiscus van de rechtbank de vrouw een forfaitaire proceskostenvergoeding betalen van € 379,50. Ten slotte heeft de vrouw de rechtbank verzocht om te beslissen dat de inspecteur wettelijke rente verbeurt als hij de toegekende proceskostenvergoeding en het te vergoeden griffierecht niet binnen vier weken na deze uitspraak betaalt. De rechtbank wijst dit verzoek toe.
Wet: art. 4:17, 4:19, eerste lid en 8:55d Awb
Bron: Rechtbank Noord-Holland 6 januari 2022 (gepubliceerd 19 januari 2022), ECLI:NL:RBNHO:2022:267, HAA 21/6095
Stel een vraag: