De staatssecretaris van Financiën is in een brief aan de Tweede Kamer ingegaan op mogelijke fiscale belemmeringen bij de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties voor stikstofreductie.
In deze brief gaat de staatssecretaris ook in op het voornemen om per 1 januari 2024 de toepassing van de fiscale herinvesteringsreserve te verruimen bij een gedeeltelijke staking van een onderneming als gevolg van overheidsingrijpen. Het wordt mogelijk om een herinvesteringsreserve te vormen indien en zolang het voornemen bestaat om te herinvesteren in bedrijfsmiddelen voor een andere onderneming waaruit de belastingplichtige winst geniet. Dat kan zowel een nieuwe als een bestaande onderneming van de belastingplichtige zijn. Het herinvesteringsvoornemen moet uiterlijk in het derde jaar na het jaar van vervreemding worden uitgevoerd. Deze maatregel zal worden opgenomen in het Belastingplan 2024.
Een ondernemer die (een deel van) zijn onderneming staakt, kan belastingheffing uitstellen door ten laste van zijn stakingswinst een lijfrente aan te kopen. De ruimte daarvoor is afhankelijk van de leeftijd van de ondernemer. Het verruimen van de stakingslijfrente kost, afhankelijk van de variant, € 3 tot € 10 miljoen. Het kabinet beslist daarover bij de Augustusbesluitvorming.
Het effect van de overdrachtsbelasting op de bereidheid om deel te nemen aan de beëindigingsregelingen is naar verwachting relatief gering. Het kabinet acht het treffen van aanvullend fiscaal beleid op dit punt niet zinvol. Een specifieke en gerichte fiscale maatregel die enkel bedoeld is voor aan de beëindigingsregelingen deelnemende agrariërs kwalificeert waarschijnlijk als ongeoorloofde staatssteun. Een generieke maatregel is niet proportioneel en is naar verwachting relatief duur, terwijl het effect op de deelnamebereidheid naar verwachting relatief gering is.
Het kabinet is evenmin van plan om de stakingsaftrek of de mkb-winstvrijstelling generiek te verhogen. Dat is geen oplossing voor een fiscaal knelpunt van de beëindigingsregelingen en kost veel geld.
Stel een vraag: