Een lening van een aandeelhouder aan zijn vennootschap is onzakelijk als de aandeelhouder een debiteurenrisico aanvaardt dat een derde niet zou hebben aanvaard, ook niet voor een hogere rente. Een dergelijk debiteurenrisico wordt verondersteld als de rente zo hoog moet worden vastgesteld dat de geldlening daardoor feitelijk winstdelend zou worden. Een verlies op een onzakelijke lening komt niet ten laste van de fiscale winst of het belastbare inkomen van de aandeelhouder. De zakelijkheid van een lening wordt beoordeeld naar het moment van aangaan van de lening. Een aanvankelijk zakelijke lening kan gedurende haar looptijd alsnog onzakelijk worden.
De dga van een bv heeft in 2012 een lening verstrekt aan de bv. Aanvankelijk is deze lening in de rekening-courant tussen de dga en de bv verwerkt. Per 31 december is de vordering in rekening-courant omgezet in een achtergestelde lening aan de bv. Per 1 januari 2017 heeft de bv haar onderneming overgedragen aan de dga, die de onderneming heeft voortgezet in de vorm van een eenmanszaak. De verkoopprijs van de onderneming bedroeg € 445.170 negatief. Dat was inclusief de schuld van de bv aan de dga. De bv is de verkoopprijs schuldig gebleven. Dit bedrag is als vordering op de balans van de eenmanszaak opgenomen. De bv is per 1 december 2017 geliquideerd. In dat jaar heeft de dga de vordering op de bv afgewaardeerd naar nul en een verlies uit aanmerkelijk belang genomen ter grootte van het op de aandelen gestorte bedrag van € 18.000.
De inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag IB 2017 de afwaardering van de vordering in box 1 geschrapt en het verlies uit aanmerkelijk belang verhoogd met het bedrag van de oorspronkelijk verstrekte lening.
De rechtbank is van oordeel dat de inspecteur de lening terecht als onzakelijk heeft aangemerkt. Een willekeurige derde zou niet op dezelfde wijze hebben gehandeld. Van belang is dat de bv geen onderneming meer dreef, zodat niet voor de hand lag dat de bv de schuld nog zou kunnen aflossen. De dga was zich daarvan bewust, aangezien de onderneming aan hem was overgedragen. Gevolg van de onzakelijkheid van de lening is dat de afwaardering daarvan niet ten laste van het inkomen in box 1 kon
Stel een vraag: