Dividendbelasting wordt geheven van degene die gerechtigd is tot de opbrengst van aandelen in een in Nederland gevestigde aandelenvennootschap. Voor een verzoek om teruggave van dividendbelasting is vereist, dat de belasting ten laste van de verzoeker is ingehouden. Dat wil zeggen dat de verzoeker de gerechtigde tot het dividend moet zijn. Wanneer de inspecteur van mening is dat een verzoeker niet aan de voorwaarden voor teruggave van dividendbelasting voldoet, dan rust op de verzoeker de bewijslast van het tegendeel.
Een in Luxemburg gevestigd beleggingsfonds naar Luxemburgs recht claimde teruggave van Nederlandse dividendbelasting. Het beleggingsfonds meende recht te hebben op teruggave van dividendbelasting omdat het fonds vergelijkbaar zou zijn met een fiscale beleggingsinstelling. Het beleggingsfonds heeft in de loop van de procedure geen dividendnota’s overgelegd. Hof Den Bosch heeft het verzoek van het fonds afgewezen omdat het fonds niet aannemelijk heeft gemaakt dat Nederlandse dividendbelasting is ingehouden. Aan beantwoording van de vraag of het beleggingsfonds vergelijkbaar is met een fiscale beleggingsinstelling is het hof niet toegekomen.
Stel een vraag: