De eigen woningregeling is de afgelopen jaren immens complex geworden. De vele kleine stapjes die de achtereenvolgende regeringen hebben genomen op het pad van de inperking van de rente-aftrek zijn daar debet aan, maar meer nog de telkenmale met die stapjes gepaard gaande overgangsregelingen. Deze overgangsregelingen beogen doorgaans om ten tijde van de wijziging bestaande gevallen ongemoeid te laten.
Zo is het sedert 2013 verplicht om een eigen woninglening annuïtair af te lossen en is daarmee de aflossingsvrije lening taboe geworden. Althans, voor nieuwe gevallen. Ultimo 2012 bestaande aflossingsvrije leningen kunnen ongewijzigd worden gecontinueerd. Ook bij het oversluiten van de lening of bij een verhuizing kan het aflossingsvrije deel van de lening worden meegenomen naar de nieuwe lening (al hanteren veel banken daarbij een grens van 50% van de waarde van de nieuwe woning).
Banken zijn echter de laatste jaren zo vaak op hun vingers getikt omrent hun zorgplicht naar de klant toe dat zij steeds meer belang zijn gaan hechten aan dossiervorming. In de praktijk leidt dat er regelmatig toe dat banken een kopie verlangen van de aangifte inkomstenbelasting 2012 om te kunnen controleren welk bedrag aan hypotheekschuld toen aanwezig was, en dus onder het overgangsrecht valt.
Wie dus in de toekomst gebruik wil blijven maken van het overgangsrecht, doet er verstandig aan zijn aangifte over het jaar 2012 zorgvuldig te bewaren. Overigens meteen een leuke uitdaging voor accountants en adviseurs: op grond van de privacyregelgeving (AVG) moeten zij eigenlijk de gegevens van hun cliënt vernietigen indien de gegevens niet langer nodig zijn voor het doel waarvoor zij zijn verzameld. In de regel wordt aangenomen dat de dossiers na het verstrijken van de wettelijke bewaartermijn van zeven jaar worden vernietigd. De vraag is: mogen zij de aangifte 2012 wel bewaren indien dat noodzakelijk is voor de toekomstige bewijspositie van de klant? Een antwoord zouden wij op deze vraag niet durven geven.
Tot slot nog dit: steeds meer mensen komen in de problemen doordat op latere leeftijd een aflossingsvrije lening aan het eind van de looptijd niet meer kan worden verlengd. Op dat moment toetsen banken veelal op basis van de nieuwe regels en het dan veel lagere pensioeninkomen en kan de lening niet of tot een lager bedrag dan de aflossingsverplichting op de oude lening worden verstrekt. Ook al bestaat er fiscaal dus nog recht op het handhaven van een aflossingsvrije lening, het kan onder omstandigheden wel degelijk raadzaam zijn toch al te beginnen met aflossen.
Stel een vraag: